Dienstorders 1983


bron: Nieuwsblad van het Noorden van 9-12-1983


H.562. Dienststukken. Opheffing verzendingsmogeljkheid van dienststukken betreffende de openbare dienst van de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet der Koningin en de departementen van algemeen bestuur.

1. De Ministerraad heeft beslist, dat het te betalen port voor het verzenden van dienststukken door middel van de normale frankeermethoden moet worden voldaan. Deze beslissing houdt in, dat alle instellingen en functionarissen, die bevoegd zijn tot het verzenden van dienststukken de ter verzending aan te bieden stukken met ingang van 1 januari 1984 dienen te frankeren door middel van postzegels, afdrukken van een frankeermachine of de aanduiding port betaald gevolgd door de plaats van aanbieding.
2. Als gevolg hiervan komt artikel 29 van het Postbesluit 1955, houdende regeling tot het verzenden van dienststukken, met ingang van 1 januari 1984 te vervallen. Eveneens vervalt de voor het vaststellen van de verschuldigde porten gevolgde statistiekmethode, als bedoeld in de VP (groen) art. 429.
3 . Op de na 1 januari 1984 door de bedoelde instellingen en functionarissen aan te bieden stukken zijn de normale tarieven en verzendingsvoorwaarden van toepassing.
4. In overleg met de betrokkenen zijn de volgende overgangsmaatregelen getroffen:
- in de periode van 1 januari tot 1 april 1984 mogen de stukken, die met aanbiedingsformulieren worden aangeboden als partijenpost de frankeeraanduiding ‘Dienst’ blijven dragen. Deze kunnen worden beschouwd als te zijn voorzien van de aanduiding port betaald;
- stukken voorzien van de aanduiding ‘Dienst’, die worden aangeboden als losse post, mogen na 1 januari 1984 niet ter verzending worden aangenomen. Stukken, die na deze datum in de buslichting worden aangetroffen, moeten aan de afzender worden teruggegeven.
De toepassing van deze regeling kan t.e.m. 3 januari 1984 met de nodige soepelheid geschieden. Met nadruk wordt erop gewezen dat uitsluitend stukken, die in de buslichting zijn aangetroffen of die, welke aan het loket zonder aanbiedingsformulier worden aangeboden, dienen te worden teruggegeven of gezonden. Deze regeling geldt tot 1 april 1984. Na deze datum kunnen deze stukken volgens de normaal geldende regels worden beport en uitgereikt;
- niet of ontoereikend gefrankeerde retourenveloppen met het opschrift ‘Dienst’, die bestemd zijn voor de tot 1 januari a.s. tot verzending van dienststukken bevoegde instellingen en functionarissen, kunnen, mits deze als retourzendingen kunnen worden herkend, tot 1 april 1984, zonder heffing van het verschuldigde port en administratierecht worden uitgereikt. Na die datum moeten zij op de normale wijze worden beport.
5 . Aan de instellingen en functionarissen bevoegd tot verzending van dienststukken is toestemming verleend, enveloppen, die voorzien zijn van de aanduiding ‘Dienst’ ook in de losse post-sfeer op te gebruiken, mits zij voldoende zijn gefrankeerd door middel van postzegels of door een afdruk – al dan niet op een strook – van een frankeermachine. Dit is ook na 1 april 1984 toegestaan.



6. Omtrent de verrekeningsprocedure voor verleende postale diensten met deze verzenders worden de directeuren van de postdistricten afzonderlijk door de LD ingelicht.
7 . Aangezien het overleg van het Ministerie van Financiën met de Kerkgenootschappen ter zake van de overgang op de normale frankeermethoden nog enige tijd behoeft, is voor de dienststukken van de Kerken een bijzondere overgangsregeling getroffen. Tot 1 april 1984 worden dienststukken, verzonden door de kerkelijke functionarissen en colleges, die onder het Departement van Financiën in de lijst ‘Dienststukken’ zijn vermeld aangemerkt als volledig gefrankeerd tegen losse posttarief. Voor deze stukken wordt het port tijdens de overgangsperiode door de Centrale Directie van PTT met het Ministerie van Financiën afgerekend. Het vorenstaande geldt alleen voor binnenlandse stukken die niet aangetekend en niet per exprespost worden verzonden.
8 . De regeling ‘Dienst PTT’ en de daarop betrekking hebbende voorschriften ondergaan geen wijziging.



9. De alfabetische lijst van functionarissen en instellingen bevoegd tot verzending van dienststukken (‘Lijst Dienststukken’, naamlijstnr. 99-7270) komt na 1 april 1984 te vervallen. Dit geldt ook voor het formulier dat in gebruik is voor het vaststellen van de statistiek van ter uitreiking ontvangen dienststukken (P 2123).
10. De op ‘Dienststukken’ betrekking hebbende voorschriften worden aangepast.


Terug naar inleiding
--> Portvrijdom kerken