Dienstorders 1949
H. 35. Statistiek Dienststukken.
1. Bij het verzamelen van de gegevens voor de statistiek van de ontvangen dienststukken, bedoeld in art 373 VP I, behoeven voortaan de locale en
interlocale briefkaarten niet meer te worden geteld. De vermelding van de aantallen van deze stukken op de staten P 144 en P 145 kan dus achterwege
blijven.
2. Voorts behoeven op deze staten voortaan de verticale totaalkolommen aan het eind van de rubrieken “locale dienstbrieven”, “overige dienstbrieven” en “gedrukte dienststukken” niet meer te worden ingevuld.
3. In verband met de sedert November 1946 gewijzigde gewichtstrappen der brieven moet voortaan gebruik worden gemaakt van staten P 144 en P 145, waarop de nieuwe gewichtstrappen zijn vermeld, nl 20, 100, 300, 500, 1000 en 2000 gram. Voor zoveel niet op de staten voorkomende, behoort in de rubriek “gedrukte dienststukken” een kolom “boven 2000 t/m 3000 gram” te worden bijgetrokken.
4. Art 373 der VP 1 zal worden gewijzigd.
1. Bij het verzamelen van de gegevens voor de statistiek van de ontvangen dienststukken, bedoeld in art 373 VP I, behoeven voortaan de locale en
interlocale briefkaarten niet meer te worden geteld. De vermelding van de aantallen van deze stukken op de staten P 144 en P 145 kan dus achterwege
blijven.
2. Voorts behoeven op deze staten voortaan de verticale totaalkolommen aan het eind van de rubrieken “locale dienstbrieven”, “overige dienstbrieven” en “gedrukte dienststukken” niet meer te worden ingevuld.
3. In verband met de sedert November 1946 gewijzigde gewichtstrappen der brieven moet voortaan gebruik worden gemaakt van staten P 144 en P 145, waarop de nieuwe gewichtstrappen zijn vermeld, nl 20, 100, 300, 500, 1000 en 2000 gram. Voor zoveel niet op de staten voorkomende, behoort in de rubriek “gedrukte dienststukken” een kolom “boven 2000 t/m 3000 gram” te worden bijgetrokken.
4. Art 373 der VP 1 zal worden gewijzigd.